De schokken die de onthullingen van de zgn Panama Papers veroorzaken zijn voorlopig nog niet voorbij. Vanuit de Nederlandse journalistiek zijn FD- en Trouw- journalisten bezig de miljoenen documenten te verwerken. De gevolgen van deze papers, die nog maar van één advieskantoor afkomstig zijn onthullen heel veel: vermoedens van wegsluizen en verbergen van (crimineel) geld worden bevestigd, de hiervoor gebruikte constructies komen aan het daglicht en ook schone reputaties worden aangetast, zelfs zonder dat vooralsnog fraude is bewezen. Deze onthullingen vormen een radicale ommekeer in het denken over wat mag en wat niet mag, een ethisch reveil, maar dan een dat waarschijnlijk niet stilletjes zal verdwijnen. De juridische benadering – niemand is schuldig totdat zijn schuld is bewezen en je mag het gedrag niet beoordelen met achteraf-wijsheid – moet het opnemen tegen de massale publieke verontwaardiging, die van tijd tot wordt gevoed met nieuwe onthullingen. Aan juristen de uitdaging om ook in dit debat de principes van de rechtstaat te verdedigen.